Jaar |
Biografische Notities |
Verblijfplaats |
1875 |
Mays
vertelling Die
Rose von Ernstthal, verschenen vanaf november 1874 bij Hermann
Oeser in Neusalza, zou de reden kunnen zijn geweest voor de uitgever H.
G. Münchmeyer, May, die hij nog uit de zestiger jaren kende, op te
zoeken. Zijn redacteur Otto Freitag had na een ruzie ontslag genomen;
Münchmeyer heeft dringend een vervanger nodig.
8 maart: May gaat als "redacteur" naar Dresden-Altstadt; hij woont
aan de Jagdweg, waar de uitgeverij staat. Daar redigeert hij het
ontspanningsblad "Der Beobachter an der Elbe". Münchmeyer noemt May
tegenover zijn medewerkers steeds "Herr Doktor". Deze titel, die May
later blijft gebruiken, verandert er niets aan, dat hij op 24 maart
Dresden uitgewezen wordt. May, die nog een jaar onder politietoezicht
staat, mag Hohenstein en Ernstthal niet zonder toestemming verlaten!
Voortaan redigeert May in Ernstthal Münchmeyers "Beobachter". Daar
verschijnt vanaf eind mei zijn Novelle Wanda. Verder schrijft
hij voor zijn uitgever grote delen van het Buch der Liebe als
vervolg op het beruchte "Venustempel" (Geschichte der Prostitution und
ihre Entstehung (geschiedenis van de prostitutie en haar ontstaan)), dat
sinds december 1874 in Oostenrijk en later ook in het Duitse Rijk
verboden is.
Begin augustus keert May naar Dresden terug; hij heeft nu een
verblijfsvergunning. In de tussentijd reist hij o.a. naar Essen en
Berlijn, om bij de firma’s Krupp en Borsig voor zijn nieuw op te richten
arbeiderstijdschrift Schacht und Hütte
abonnees te werven. Op 15
augustus overlijdt de Weense schrijver Friedrich Axmann aan
longtuberculose. Vanaf september start in plaats van de "Beobachter"
naast Schacht und Hütte het ontspanningsblad Deutsches
Familienblatt. In beide bladen verschijnen lange teksten onder de
naam van de overleden Axmann. Wat de Axmann-roman Fürst und Junker
betreft, kan het auteurschap van May bij de huidige stand van onderzoek
niet geheel uitgesloten worden - redactionele uitbreidingen van de tekst
zijn zeer waarschijnlijk. Vanaf half oktober verschijnt Mays eerste
Winnetou-vertelling Old Firehand. Verder werk uit deze tijd:
Der Gitano, Inn-nu-woh, Ein Stücklein vom alten
Dessauer, Die Fastnachtsnarren, Geographische
Predigten.
Er ontstaat een familiaire verhouding tussen May en zijn
uitgever. Begin december verhuist hij naar de woning van Münchmeyer. Met
kerst schenkt Münchmeyers vrouw Pauline May een piano. |
Ernstthal,
Marktplatz 185
Dresden-Altst.,
Jagdweg 7 en 14 |
1876 |
Minna Ey, de zuster van Pauline Münchmeyer, houdt de woonruimte van May
op orde. De bedoeling is haar aan May te koppelen; maar hij toont geen
interesse. 23 februari: huiszoeking bij H.G. Münchmeyer. De politie
handelt op grond van het ongeoorloofd distribueren van de publicaties "Venustempel"
en Buch der Liebe. 2 mei: Op deze dag eindigt de
ondertoezichtstelling door de politie. Begin augustus wordt de
voortzetting van de zgn. Axmann-roman Fürst und Junker door May
aangekondigd:
De lezers van het "deutschen Familienblattes", die in de latere
lotgevallen van Dietrichs von Quitzow tot aan zijn dood geïnteresseerd
waren, was de mededeling dat de auteur
[!]
een net zo spannende als aangrijpende roman over het thema:
"Dietrichs von Quitzow letzte Fahrten" gekozen had, zeer welkom. In
nummer 20 van jaargang 1876 van "Feierstunden am häuslichen Heerde", een
bij de uitgeverij Münchmeyer verschijnend literair tijdschrift zou deze
roman beginnen.
[Deutsches Familienblatt, Aflevering 49, blz.770]
De
aangekondigde Quitzow-roman begint echter al in nummer 10 van
de Feierstunden onder de schrijversnaam "Karl May". Reeds het
eerste nummer van de 2e jaargang van het Deutschen
Familienblatts begint met een andere roman van Friedrich Axmann,
die ondertussen al meer dan een jaar dood is! De roman Das Testament
des großen Kurfürsten begint met:
Uit de kegelbaan klonken de geluiden van rollende ballen,
vallende kegels en het markante stemgeluid van de kegeljongen, die de
kerende kansen van het spel door luide uitroepen verduidelijkte.
Herkennen we in deze passage niet duidelijk Mays eigen ervaringen
opgedaan in de herberg van Engelhardt in 1854? Pas eind augustus 1877
meldt Münchmeyer het overlijden van Axmann, alsof dit bij nr. 16 van het
Deutschen Familienblatt - december 1876 - gebeurd was.
Eind september wordt May aangeklaagd voor zijn medewerking aan het
Buch der Liebe. Verder zijn Münchmeyers broer Friedrich als
uitgever en Otto Freitag als redacteur van de Venustempel aangeklaagd.
In deze situatie wil Pauline Münchmeyer het huwelijk met Minna Ey aan
May opdringen. May neemt ontslag en gaat naar Ernstthal. Daar wordt hij
verliefd op de knappe Emma Pollmer.
Eind oktober wordt May vrijgesproken; hij zou met zijn versie van het
Buch der Liebe onzedelijke passages gematigd weergegeven
hebben. Op 22 november viert zijn vriendin Emma haar twintigste
verjaardag. Aan het eind van het jaar verlaat May de redactie en
schrijft nog enkele "notwendige Manuskripte" (noodzakelijke
manuscripten). Waarschijnlijk wil hij in de eerste plaats zijn
Quitzow-roman voortzetten, hoewel hij geen redacteur bij Münchmeyer
meer is. Door de vijandschap van Pauline, die het niet verkroppen kan
dat May haar zuster afgewezen heeft, komt er niets terecht van deze
plannen. Zowel Quitzow van May
als Kurfürst van Axmann
(Axmann was volgens Münchmeyer net gestorven) worden vanaf maart
door Dr. Goldmann verder afgemaakt.
Dit jaar schreef May o.a.: Auf den Nußbäumen, Unter den
Werbern, Leilet, Ausgeräuchert
en Im Wollteufel. |
Dresden-Altst.,
Jagdweg 14 |
1877 |
23
februari: naar de schets van een brief woont May reeds in de Pillnitzer
Str. 72 bij de weduwe Groh. In de volgende maanden schrijft hij Die
beiden Nachtwächter, Der Dukatenhof, Die
verhängnißvolle Neujahrsnacht, Ziege oder Bock, Der
Samiel, Der Kaiserbauer.
Op 26 mei volgt Emma Pollmer hem naar Dresden. Zij vindt werk in de
huishouding van Auguste Petzold, een weduwe van een dominee die in de
Mathildenstraße 18 woont. Karl May is nu redacteur bij de uitgever Bruno
Radelli en treft voorbereidingen voor de 2e jaargang van het
ontspanningsblad "Frohe Stunden"; het eerste nummer verschijnt eind
juni. Vanaf nummer 10 publiceert May regelmatig eigen teksten: Der
Oelprinz, Die Gum, Ein Abenteuer auf Ceylon,
Die Kriegskasse, Aqua benedetta, Auf der See gefangen,
Ein Self-man.
Bij Peter Rosegger verschijnt Die Rose von Kahira. Dit
verhaal werd reeds in het voorjaar onder de titel Leilet
door Münchmeyer uitgegeven.
Naar aanleiding van de heruitgave vindt Rosseger "Herrn Karl May... een
zeer ervaren mens, die lange tijd in de Oriënt moet hebben
doorgebracht." |
Dresden-Altst.,
Pillnitzer Straße 72 |
1878 |
Vanaf het begin van het jaar woont May in een parterrewoning in
Dresden-Strießen, waar Emma de huishouding doet; ze gaan door als
echtpaar. Hij schrijft daar voor de "Frohen Stunden":
Husarenstreiche, Der Africander, Vom Tode erstanden,
Die Rache des Ehri, Nach Sibirien. Voor Peter Rosseger
schrijft May Die falschen Excellenzen.
26 januari: Emil Eduard Pollmer, Emma’s drankzuchtige oom, sterft in
Niederwürschnitz bij Stollberg; tijdens een roes is hij onder een kar
geraakt en kon zich nog naar de paardenstal van het Gasthof "Zum braven
Bergmann" slepen. De grootvader van Emma, de barbier Christian Gotthilf
Pollmer, gelooft niet in een ongeval. Hij weet May over te halen om een
onderzoek in te stellen.
25 april: May stelt een onderzoek in als een "hoge, door de regering
aangestelde ambtenaar". Hoewel hij geen titel of rang noemt, legt men
het uit als belediging van een functie. Op 11 juni wordt hij daarom in
Dresden gedagvaard. Eind juni beëindigt May zijn tijd als redacteur bij
Radelli en trekt met Emma in bij haar grootvader in Hohenstein. Af en
toe is May in Berlijn.
6 september: op de rechtbank in Hohenstein wordt May gehoord. 15
oktober: hoorzitting in Stollberg en een confrontatie op 25 oktober. May
handelt nogal lichtzinnig, hij weigert rechtsbijstand. Tijdens de zomer
en de herfst schrijft hij de verhalen: Des Kindes Ruf, Die
Universalerben, Die Laubthaler und Der Waldkönig. |
Drd.-Strießen
Straße Nr. 4
Villa Forsthaus
Hohenstein,
Am Markt 243 |
1879 |
Op 9
januari wordt May door de rechtbank in Stollberg wegens "onbevoegde
uitoefening van een openbaar ambt" (in de zin van § 132 van het wetboek
van strafrecht) tot drie weken gevangenisstraf veroordeeld. Dit oordeel
is, zoals de strafrechtjurist Erich Schwinge bewezen heeft, een foutieve
beslissing. Die akten zijn behouden. May heeft beslist geen
ambtsverrichting gedaan. Het aantekenen van protest (12 mei) en een
verzoek om gratie (2 juli) worden afgewezen. Van 1 - 22 september moet
Karl May zijn "straf" in de cel van het gerechtsgebouw van Hohenstein
uitzitten. Deze schande heeft hem zeer gekwetst, zoals we later in zijn
werk weergespiegeld zien.
Zijn literaire bezigheden in dit jaar zijn een stuk aangenamer. Het
eerste contact met het katholieke weekblad "Deutscher Hausschatz" in
Regensburg wordt gelegd. In het reisverhaal Unter Würgern horen
we voor het eerst van “Old Shatterhand”.
Eind november verschijnen bij het Stuttgarter Verlag Franz Neugebauer
zijn bewerking van de Ferry-roman "Der Waldläufer" evenals zijn eerste
jeugdboek Im fernen Westen.
Verdere publicaties in dit jaar: Ein Dichter, Der
Giftheiner, Three carde monte, Unter Würgern,
Der Girl-Robber, Der Boer van het Roer en de Stuttgarter
tijdschriftenroman Scepter und Hammer (de admiraal van de
sultan). Het daarin voorkomende hoofdstuk Der tolle Prinz lijkt
op een onenigheid met Emma Pollmer te duiden. May vereeuwigde haar daar
als Emma Vollmer, die haar geliefde bedriegt. |
Hohenstein,
Am Markt 243 |
1880 |
Januari: "May, Dr. Karl..." wordt voor het eerst in de "Allgemeinen
Deutschen Literaturkalender" genoemd. 19 februari: Karl May en Emma
Pollmer gaan in Hohenstein in ondertrouw. De kennisgeving is van 20
februari t/m 7 maart.
Mei: Voor het eerst meldt de "Deutsche Hausschatz", dat de ik-persoon
van de reisavonturen dezelfde is als de schrijver ervan - Karl May - en
dat hij alles zelf beleefd heeft.
26 mei: Emmas grootvader Christian Gotthilf Pollmer overlijdt aan de
gevolgen van een beroerte in Hohenstein. Op 17 augustus: burgerlijk
huwelijk van Karl May en Emma Pollmer. 12 september: kerkelijk huwelijk
in de St. Christopheri kerk in Hohenstein, direct daarna verhuizing naar
het huis "Am Markt 2".
Publicaties van dit jaar die het vermelden waard zijn: Deadly
Dust, Der Brodnik, Die Juweleninsel (de schat van
de Maharadja), Der Kiang-lu, Tui Fanua.
|
Hohenstein,
Am Markt 243
Am Markt 2 |
1881 |
Januari: In het reisverhaal uit de “Hausschatz” Giölgeda padishanün
- later Durch die Wüste (Kara Ben Nemsi) met vervolg - treden
voor het eerst de ik-verteller Kara Ben Nemsi en zijn bediende Hadschi
Halef Omar op. Deze Oriëntcyclus word literair gezien alleen nog door
zijn werken uit de latere levensfase overtroffen.
Maart: De "Deutsche Hausschatz" publiceert in nummer 9:
"'Hausschatzleser in Westfalen.' De schrijver van deze reisavonturen had
alle landen, die het toneel van zijn verhalen zijn, zelf bezocht.
Onlangs is hij van een reis naar Rusland, Bulgarije, Konstantinopel etc.
teruggekeerd, met een messteek als aandenken. Dan reist hij niet met de
rode “Bädeker” (reisgids) in de hand comfortabel in een treincoupé, maar
hij zoekt de nog onontdekte paden en wegen op. - Hartelijk dank voor uw
groet!"
November 1881: de krant "Le Monde" begint met het afdrukken van een
franse May-vertaling. |
Hohenstein,
Am Markt 2 |
1882 |
May werkt intensief aan
zijn Oriëntcyclus voor de "Deutschen Hausschatz". Het
Reise-Abenteuer in Kurdistan en Die Todeskaravne lukken
hem voortreffelijk. Het slot van de Juweleninsel voor het
Stuttgarter Verlag Göltz & Rühling schrijft hij daarentegen lusteloos;
in deze zin eindigt dan ook deze roman. In de nazomer zijn Karl en Emma
May op een ontspannende uitstapje in Dresden-Altstadt. In restaurant
Rengers komt het tot een uiterst belangrijke ontmoeting met een oude
bekende, de uitgever Heinrich Münchmeyer. Naar aanleiding van deze
ontmoeting ontstaat er een jarenlange zakenrelatie. Het contract wordt
bekrachtigd met een handdruk. May moet voor een salaris van 35 mark per
aflevering een spannend feuilleton schrijven. Zodra er een oplage van
20.000 exemplaren bereikt zal worden, zal May daarnaast eine feine
Gratifikation (een mooie bonus) krijgen; verder als enige het
auteursrecht. May begint dan sporadisch te schrijven aan het
Waldröschen:
"Geachte mevrouw!
Ik zou u zeer dankbaar zijn als u uw geëerde man, van wie ik de eer heb
hem mijn vertrouwde vriend te noemen, er van kunt overtuigen dat hij mij
per week 3 afleveringen zendt.
Op dit moment is het de beste tijd om het werk uit te geven. De eerste
aflevering is klaar, maar ik kan hem niet uitgeven als ik de rest van
het manuscript niet heb.
Ik heb altijd het beste met uw man voorgehad. Ik heb hem al 500 mark
voor dit werk gegeven, hij is ondankbaar en laat me gewoon zitten en
toch noemt hij mij in zijn brieven zijn beste vriend en belooft me
gouden bergen, maar hij houdt zich niet aan de afspraak.
Ik denk dat hij naar u luistert; hij houdt van u heeft hij me verzekerd.
Vol vertrouwen wend ik me tot u, ik zie u als reddende engel die mij
zal redden uit mijn zeer dure en noodlottige situatie. Mijn vrouw doet u
de hartelijke groeten en vraagt samen met mij om uw bemiddeling. Ik
groet u hartelijk en onderteken met de u bekende hoogachting
U geheel toegedaan, H. G. Münchmeyer
Dresden, 20-10-'82"
De bemiddeling van Emma
heeft succes: Waldröschen oder die Rächerjagd rund um die Erde
start begin december onder het pseudoniem "Capitain Ramon Diaz de la
Escosura" en wordt vervolgens een kassucces. Verdere werken: Die
Both Shatters, Der Krumir, Ein Fürst-Marschall als
Bäcker, Robert Surcouf (de
kaperkapitein), Christi Blut und Gerechtigkeit, In
Damaskus und Baalbeck, Ein Oelbrand. |
Hohenstein,
Am Markt 2 |
1883 |
Bijna zeker reist May begin februari naar Dresden, om Münchmeyer te
bezoeken. Emma volgt hem later. Tussen Emma en Pauline Münchmeyer
Pauline ontstaat een intieme vriendschap.
6 april: Emma Mays jeugdvriendin Ida Metzer houdt in haar woning in
Hohenstein een spiritistische seance; Karl May moet zeer opgewonden zijn
geweest.
7 april: verhuizing van Hohenstein naar Dresden-Blasewitz. In het
Blasewitzer adresboek staat May als "Literat und Redacteur"
(literator en redacteur) genoemd. Zeer waarschijnlijk
redigeert de "redacteur" samen met Münchmeyer de "Deutschen
Wanderer". Hij moest dezelfde kwaliteit hebben als de door mij in
1875 opgerichte beide ontspanningstijdschriften. In de "Wanderer"
verschijnt vanaf eind september, nu voor een honorarium van 50 mark,
Die Liebe des Ulanen
In dit drukke jaar schrijft May verder: Stambul,
Im "wilden Westen" Nordamerika's, Der Amsenhändler,
Pandur und Grenadier. Medewerking aan Joseph Kürschner
(uitgever van de literatuurkalender) moet hij wegens tijdgebrek
weigeren. |
Hohenstein,
Am Markt 2
Drd.-Blasewitz,
Sommerstr. 7 |
1884 |
Vermoedelijk begin april verhuist May met zijn vrouw Emma naar de
Prinzenstraße 4. Na beëindiging van Waldröschen begint in
augustus een volgende colportageroman voor Münchmeyer: Der verlorne
Sohn oder der Fürst des Elends. Het werk voor de "Deutschen
Hausschatz" komt in de verdrukking. Der letzte Ritt, deel van
de Oriëntcyclus, wordt vanaf midden december voor de duur van een half
jaar onderbroken; lezers en redactie ergeren zich hieraan. |
Drd.-Blasewitz,
Sommerstr. 7
Drd.-Altstadt,
Prinzenstr. 4 |
1885 |
15
april: Mays moeder overlijdt aan een gezwel, vermoedelijk kanker.
Ongeveer een maand later krijgt Mays vader een beroerte. Door deze zware
beproevingen blijven de afleveringen van manuscripten uit. Die Liebe
des Ulanen wordt vier weken lang niet
voortgezet. Als noodoplossing worden delen van de
verlornen Sohn onder de titel Ulane und Zouave als
fragment in de "Deutschen Wanderer" afgedrukt. In juni heeft May zich in
zoverre hersteld, dat hij verder schrijven kan; in de zomer zet hij
zelfs enige maanden zijn Oriëntcyclus voort. Zijn Ulanen-roman
eindigt in oktober. Met kerst begint zijn vierde Münchmeyer-roman
Deutsche Herzen, deutsche Helden. |
Drd.-Altstadt,
Prinzenstr. 4 |
1886 |
27
februari: Mays vroegere katholieke catecheet Kochta overlijdt.
Eind juli eindigt Mays verlorner Sohn. Om direct met de
vervolgroman te kunnen beginnen, lagen er half juni ca. 50
manuscriptkantjes voor de roman Delila klaar. Bijna
gelijktijdig overlijdt onder mysterieuze omstandigheden op 13 juni
koning Ludwig II. von Bayern - voor de uitgevers van colportagelectuur
een sensationeel bericht. May stopt met Delila (blijft een
fragment) en schrijft een roman over de sprookjeskoning: Der Weg zum
Glück. Het zal zijn laatste Münchmeyer-roman worden. Aan het eind
van het jaar begint hij met een verhaal voor de jeugd: Der Sohn des
Bärenjägers (de zoon van de berenjager) voor het Stuttgarter
Spemann-Verlag. |
Drd.-Altstadt,
Prinzenstr. 4 |
1887 |
8
januari: Het tijdschrift voor jongens "Der Gute Kamerad" begint met Mays
Sohn des Bärenjägers (de zoon van de berenjager). Ondertussen
heeft Münchmeyer problemen om zijn tijdschriften op tijd te laten
verschijnen:
"Beste Doctor!
Ik verwachtte u zaterdag met een grote hoeveelheid manuscripten, helaas
tevergeefs. Daardoor ben ik opgewonden en bezorgd geworden, want het is
een bedreiging voor mijn bestaan.
Als u mij niet genoeg en op tijd levert, raak ik mijn met moeite
gekregen abonnees kwijt; dit kost mij dan veel geld.
Neem toch een stenograaf aan! Als u een hele nacht dicteert heeft u voor
4 à 5 afleveringen op papier staan en ben ik geholpen.
Ik heb bijna al uw wensen vervuld en verzoek u daarom mijn wens te
vervullen. Ik vraag u, maak mij morgen gelukkig en stuur me afleveringen
van de "Helden", ongeveer 66 stuks.
Ik groet u en onderteken met hoogachting H. G. Münchmeyer
Dresden, 21- II- 87"
Ongeveer begin april: verhuizing naar de Schnorrstraße 31. Half augustus
begint May met Durch das Land der Skipetaren
(door het land der Skipetaren); dit reisverhaal sluit de
Oriëntcyclus in de "Deutschen Hausschatz" af. |
Drd.-Altstadt,
Prinzenstr. 4
Schnorrstr. 31 |
1888 |
Begin januari eindigt de Münchmeyer-roman Deutsche Herzen, Deutsche
Helden. Onmiddellijk begint May met zijn jeugdverhaal Der Geist
des Llano estakata (estakata = leesfout van de zetter; juist is:
estakado) (de geest van de Llano estakado). Half januari begint in de "Hausschatz"
het Skipetaren-reisverhaal. Begin februari start Der
Geist des Llano in de "Guten Kameraden".
Op 6 september overlijdt na een lang ziekbed Mays vader.
Redactiewisseling bij de "Deutschen Hauschatz" in Regensburg: Venanz
Müller, die May welgezind is, volgt Heinrich Keiter - een autoritair
mens met ambities als schrijver, op:
"Tussen de lezers van onze schrijver van reisverhalen, Carl May, is de
strijd losgebarsten. Terwijl het ene deel zich bij de redactie met
schriftelijke reacties beklaagt dat de romans teveel plaats innemen die
beter voor iets anders kan worden gebruikt, eist in niet minder
krachtige termen het andere deel van de lezers dat in de nieuwe jaargang
direct begonnen wordt met een verhaal van Carl May. De redactie is dus
gedwongen, de gulden middenweg te bewandelen, om recht te doen aan beide
groepen."
1
oktober: verhuizing van Dresden naar Kötzschenbroda in de Villa Idylle,
Schützenstraße 6.
12 oktober: May schrijft zich bij de gemeente in het register als "Dr.
phil. Karl May, Schriftsteller" in.
Verdere publicaties in dit jaar: Kong-Kheou, das Ehrenwort en
Der Scout. |
Drd.-Altstadt,
Schnorrstr. 31
Kötzschenbroda,
Schützenstr. 6
Villa Idylle |
1889 |
Vermoedelijk in het voorjaar leren Karl en Emma May het echtpaar Plöhn
kennen. Richard Plöhn, eigenaar van een verbandstoffenfabriek, wordt
Mays beste vriend en Plöhns vrouw Klara - in de komende jaren Emmas
boezemvriendin - zal een nog belangrijker rol in het leven van May
spelen. Karl May schrijft in dit jaar ca. 3770 manuscriptkantjes!
Publicatie van: Die Sklavenkarawane
(de slavenkaravaan), Im Mistake-Cannon,
Sklavenrache, Lopez Jordan. |
Kötzschenbroda,
Schützenstr. 6
Villa Idylle |
1890 |
14
januari: de huisbazin van May dient bij het kantongerecht van Dresden
een aanklacht in wegens het niet betalen van de huur. May werkt hard,
maar kan de huur voor de dure villa (200 mark per kwartaal) niet
betalen. Zijn dienstmeisje moet hij op 19 maart ontslaan.
Vermoedelijk begin april: verhuizing naar Niederlößnitz,
Lößnitzstraße 11.
Belangrijke publicaties:
Christus oder Muhammed, Der Schatz im Silbersee
(de schat in het zilvermeer), Der Schatz der Inkas.
Eind oktober verschijnt de boekuitgave van Der Sohn des Bärenjägers
(de zoon van de berenjager),
volgens het titelblad Die Helden des Westens (inclusief Der
Geist des Llano estakado), in de Stuttgarter "Union Deutsche
Verlagsanstalt". |
Niederlößnitz,
Lößnitzstr. 11 |
1891 |
8
april: verhuizing naar Oberlößnitz in de Villa Agnes, Nizzastraße 13.
28 mei: "... werd de vrouw van Dr. May door een geluid in de
parterre wakker. Ze wekte haar man, die onmiddellijk naar beneden ging,
waar hij tot zijn grote verrassing...... alle kasten en commodes open
vond staan en hun inhoud voor een deel over de vloer verspreid. Verder
hadden de inbrekers een bijl op het bed gelegd. Van de dieven, die door
het openbreken van een raam en het breken van meerdere ruiten in de
kamer waren geklommen, ontbrak elk spoor..." [Kötzschenbrodaer Zeitung
van 30 mei]
In de nazomer onderhandelt de uitgever Friedrich Ernst Fehsenfeld uit
Freiburg in het Breisgau met May over de heruitgave van de "Hausschatz-Erzählungen"
als boek. Een historisch moment.
Im lieben, schönen
Lößnitzgrund
Da saßen Zwei selbander;
Die schlossen einen Freundschaftsbund,
Gehn niemals auseinander.
Der Eine schickt Romane ein,
Der Andre läßt sie drucken,
Und's Ende wird vom Liede sein:
's wird Beiden herrlich glucken!
[Karl May aan Friedrich
Ernst Fehsenfeld]
November: Karl und Emma May nemen hun negenjarige nichtje Clara
("Lottel") Selbmann als dochter in huis.
Belangrijke publicaties in tijdschriften: Das Vermächnis des
Inka (Kamerad) (het testament van de Inka), Der Mahdi (Hausschatz)
(de Mahdi). |
Niederlößnitz,
Lößnitzstr. 11
Oberlößnitz,
Nizzastraße 13
Villa Agnes |
1892 |
6
april: de colporteur H. G. Münchmeyer overlijdt aan vergevorderde
longtuberculose in Davos (Zwitserland).
10 mei: het eerste deel van de Fehsenfeld-reeks Durch Wüste und
Harem (in de volgende oplagen Durch die Wüste)
verschijnt. Durchs wilde Kurdistan
(door het wilde Koerdistan), Von Bagdad nach Stambul
(van Bagdad naar Istanboel), In den Schluchten des
Balkan (in de schuilhoeken van de
Balkan), Durch das Land der Skipetaren
(door het land der Skipetaren),
Der Schut (de bandiet der Albaanse
bergen) volgen. Karl May wordt nu een welgesteld
mens.
In de zomer heeft Emma stiekem omgang met officieren. Mays nichtje
Lottel vertelt alles aan haar oom. Dit veroorzaakt een huwelijkscrisis.
Het samenwonen onder één dak van Emma en Lottel is onmogelijk geworden.
In augustus haalt haar moeder, Mays zuster Karoline, Lottel naar huis.
In september begint de "Hausschatz" met het 2e deel van
de Mahdi. Bij Union verschijnt in oktober
Kong-Kheou, das Ehrenwort onder de
titel Der blau-rote Methusalem (de pimpelpaarse
methusalem). |
Oberlößnitz,
Nizzastraße 13
Villa Agnes |
1893 |
Juni: Karl en Emma May reizen naar het Zwarte Woud. Aansluitend bezoeken
ze het uitgeversechtpaar Fehsenfeld; samen gaan ze naar Bönigen aan de
Brienzer See in Zwitserland. Op 17 september schrijft May aan zijn
uitgever Fehsenfeld:
Uw boosheid is gerechtvaardigd, maar ik ben niet zo schuldig als u
denkt. De reden, dat ik niets af maak, komt doordat ik de laatste tijd
veel nerveuzer ben dan vroeger. Dit komt doordat mijn vrouw hier
helemaal geen rekening mee houdt, daarbij zijn er
familieaangelegenheden, waar ik niet over schrijven kan. Na de
rampzalige reis is mijn vrouw een ander mens geworden… Ik ben door de
huiselijke ruzies zo neerslachtig geworden, dat ik regelmatig naar de
geladen revolver kijk die aan de wand boven mijn schrijftafel hangt. Een
mens heeft op de een of andere manier rust nodig!
Op
26 november schrijft May aan Fehsenfeld, dat hij vanwege zijn oogziekte
"twee maal kort in Leipzig" geweest is.
Uitgekomen boeken bij Fehsenfeld: Winnetou der Rote Gentlemen
(3 delen, het aanhangsel: "der Rote Gentlemen" wordt later weggelaten),
Orangen und Datteln. Belangrijke publicaties in tijdschriften:
Der Oelprinz (de oliekoning),
Die Felsenburg (de rotsvesting in Sonora) (later Satan und
Ischariot I ). Uitgekomen boek bij de Union: Die
Sklavenkarawane (de slavenkaravaan). |
Oberlößnitz,
Nizzastraße 13
Villa Agnes |
1894 |
Maart: May heeft griep in combinatie met borstvliesontsteking. Ook heeft
hij last van zijn ogen. Begin mei reist hij met Emma voor herstel naar
de Harz. Zijn gezondheidstoestand is zo zwak, dat hij hulp van een
schrijver nodig heeft. (May in een brief aan Fehsenfeld van 9 mei)
Vermoedelijk in de zomer schrijft May over zichzelf als "Old
Shatterhand" de volgende passage voor Old Surehand I:
Ik werd als een ziek, zwak kind geboren, dat op de leeftijd van zes
nog over de vloer kroop; ik kon nog niet staan of lopen...... Ik ben
drie maal blind geweest...... [blz. 411.]
Ongetwijfeld een klein dichterlijk overdrijven, maar hier kunnen we Mays
angst voor een nieuwe blindheid in zien.
Vanaf september verschijnt in de "Deutschen Hausschatz" Krüger
Bei (later wordt dit Satan und Ischariot II) (Winnetou bij
de bedoeïenen); rond kerst krijgen de lezers te horen van een bezoek van
Winnetou aan de zangvereniging uit Dresden! Heinrich Keiter schrapt het
440 bladzijden tellende hoofdstuk In der Heimath.
Oktober: Thuis bij de weduwe van de uitgever Münchmeyer verlangt May
de uitbetaling van zijn vijf Münchmeyer-romans. Later krijgt hij een set
van de ingebonden exemplaren van de uitgaven van zijn losse
afleveringen. De originele manuscripten van de Münchmeyer-romans bestaan
niet meer, het was heel gewoon in deze branch om ze te vernietigen.
27 november: Pauline Münchmeyer vraagt naar een nieuwe roman, indien
mogelijk moet er een vervolg op Delila (1886) komen. May slaat
het aanbod af!
Uitgekomen boeken bij Fehsenfeld: Am Stillen Ocean
(aan de Stille Oceaan),
Am Rio de la Plata (aan de Rio de la Plata), In den Cordilleren
(de koningin van de Gran Chaco), Old Surehand I.
Verdere uitgaven: Die Rose von Kairwan (Wehberg, Osnabrück),
Der Schatz im Silbersee (de schat
in het zilvermeer) (Union). |
Oberlößnitz,
Nizzastraße 13
Villa Agnes |
1895 |
In
dit jaar bezoekt de in Lawrence / USA wonende Ferdinand Pfefferkorn met
zijn vrouw zijn vroegere schoolvriend Karl May. De Pfefferkorns zijn het
spiritisme zeer toegedaan. Bij May thuis worden seances gehouden, waar
met zeer grote waarschijnlijkheid het bevriende echtpaar Plöhn aanwezig
is.
23 december: aankoop van een nieuwe villa! [voor 37300 Mark]
Gisteren was de verhuizing en inrichting!
Dag en nacht manuscripten schrijven! [May aan Carl Felber]
30 december: het officiële koopverdrag van de Villa "Shatterhand." in
Radebeul, Kirchstraße 5, (nu Karl-May-Straße) wordt ondertekend.
Uitgekomen boeken: Old Surehand II (Fehsenfeld), Das
Vermächnis des Inka (Het testament van de Inka) (Union). |
Oberlößnitz,
Nizzastraße 13
Villa Agnes |
1896 |
Maart/april: Karl May ontvangt van de Dresdner geweermaker Max Fuchs de
in opdracht gemaakte "Zilverbuks" en de "Berendoder". Hij wil daarmee
laten zien dat hij echt op reis is geweest, tegelijk wil hij zijn
treurige verleden vergeten. May weet zichzelf prima te verkopen, zo als
tegenwoordig een showster.
Pasen: De amateur-fotograaf Alois Schießer, komende van Linz, maakt
101 kostuumfoto's met Karl May als "Old Shatterhand" en "Kara Ben Nemsi".
De "Old-Shatterhand-legende" beleeft haar hoogtepunt; er worden talrijke
Karl-Mayclubs opgericht.
In de zomer, vermoedelijk in juli, bezoekt Heinrich Keiter de
succesvolle schrijver. Nadat May verklaard had dat hij voor de "Deutschen
Hausschatz" geen afleveringen meer zou schrijven komt hij zich
persoonlijk verontschuldigen voor het schrappen van van het Heimath-hoofdstuk
in Krüger Bei. Eind september verschijnt in de "Hausschatz"
Mays Freuden und Leiden eines Vielgelesenen:
Doordat overdag veel bezoekers komen om "hun" Old Shatterhand resp. Kara
Ben Nemsi te ontmoeten werk ik 's nachts, vaak twee, drie nachten achter
elkaar, zonder overdag te kunnen slapen.
In
de "Guten Kameraden" wordt vanaf september Mays laatste jeugdroman
Der schwarze Mustang (de zwarte mustang) afgedrukt.
Uitgekomen boeken bij Fehsenfeld: Der Mahdi (3 delen),
Old Surehand III, Satan und Ischariot I - III. |
Radebeul,
Kirchstraße 5
Villa "Shatterhand." |
1897 |
26
januari: "Herr Keiter, die in het vervolg niet meer in uw manuscripten
zal schrappen, begint in de achtste aflevering van de 'Hausschatz' met
het nieuwe door ons vurig verwachte reisavontuur 'Im Reiche des
silbernen Löwen' ... We hopen dat u ons verblijdt met het vervolg van
dit hoogst interessante manuscript." [Friedrich Pustet junior aan Karl
May]
Vermoedelijk in het voorjaar componeert Karl May bij het sterfgebed
van Winnetou Ave Maria een partituur. Van mei tot juli reizen
Karl en Emma May door Duitsland en Oostenrijk. De verblijfplaatsen zijn o.a.:
Leipzig, Hamburg, Deidesheim (daar bezoeken ze de familie van de
bevriende Seyler, eigenaar van een wijngaard), Stuttgart, Bodensee,
Innsbruck, Achensee, München, Regensburg, Böhmen. Het verblijf in
München is het hoogtepunt van de Publicity-Tour:
Op de eerste dag meer dan 900 bezoekers, de tweede dag meer dan 600
bezoekers, de derde dag 800 bezoekers. Tegen de avond ben ik door de
zijdeur gevlucht. Toen stonden scholieren die een handtekening wilden
hebben, in zo’n massa voor het hotel, dat de tram er niet door kon. Ze
werden met de brandslang uit elkaar gespoten. Echt waar!
[Brief aan
Fehsenfeld van 27 juli]
Uitgegeven boeken: Auf fremden Pfaden, Weihnacht (het
goud van Winnetou) (Fehsenfeld) Der Oelprinz
(de oliekoning) (Union). |
Radebeul,
Kirchstraße 5
Villa "Shatterhand." |
1898 |
22
februari: Hare Keizerlijke Hoogheid Aartshertogin Maria Therese ontvangt
Karl May.
6 mei: in Gartow (Niedersachsen) wordt May door twee politieagenten
in verzekerde bewaring gesteld; hij mag zijn hotelkamer niet verlaten.
Ze verdenken hem van oplichterij, omdat hij voor de kleinste
dienstverleningen grote fooien geeft. Tenslotte komt uit Radebeul de
boodschap: "de hier woonachtige Karl May, doet graag aan liefdadigheid."
Op 30 augustus overlijdt Heinrich Keiter; Dr. Otto Denk wordt zijn
opvolger als redacteur van de "Deutschen Hausschatz". Het komt tot een
breuk met het weekblad die negen jaar zal duren; er ontstaat een
katholieke oppositie tegen May.
Uitgekomen boeken bij Fehsenfeld: Im Reiche des silbernen Löwen I
-II. Verder verschijnt Ernsten Klänge, een boekje met de
beide May-partituren Ave Maria en
Vergiß mich nicht! |
Radebeul,
Kirchstraße 5
Villa "Shatterhand." |
1899 |
Gedurende de maanden januari tot maart In de maanden januari tot maart
maakt May zijn roman Am Jenseits af; hij bevindt zich op de
goede weg naar hoogstaande literatuur. Heeft u de correcties van deel
25 gelezen? Ja? Dan zult u gemerkt hebben, dat Karl May nu met zijn
eigenlijke bedoelingen voor de dag komt. Het gaat om een welvoorbereide,
groots opgezette beweging op religieus-ethisch-sociaal gebied….. De
delen die ik tot nu toe geschreven heb, dienden slechts om zoveel
mogelijk lezers voor mijn werk te verkrijgen. [May aan
Fehsenfeld, 13 maart]
16 maart: Pauline Münchmeyer verkoopt haar uitgeverij aan Adalbert
Fischer, die zich in het bijzonder voor Mays colportage-romans
interesseert.
26 maart: vertrek naar de Oriënt. Belangrijke verblijfplaatsen: Genua
(4 april - afscheid van Emma en het echtpaar Plöhn om redenen van
gezondheid), Port Said (9 april), Cairo (30 april - daar neemt May even
later de arabische bediende Sejd Hassan aan), Beirut (26 juni), Haifa
(18 juli), Jeruzalem (30 juli), Jaffa (21 augustus - 2 september), Aden/zuid-arabië
(15 september). Velen op het schip ["Gera"] zijn me
dierbaar geworden, hoewel ik tegenwoordig het tegenovergestelde ben van
de vroegere Karl. Die is met groot ceremonieel in de Rode zee geworpen.
Verzwaard met steenkool van het schip is hij naar de bodem gezonken....
[Brief aan de Plöhns van 16 september]
10 november: Aankomst in Pandang op Sumatra, waar May een
zenuwinzinking krijgt, elke vorm van voedsel weigert en zich als een
waanzinnige gedraagt. Deze toestand duurt ongeveer een week..
22 november: May stuurt van Padang een telegram naar Radebeul; hij
vraagt Emma met de Plöhns naar Port Said te komen. 11 december: May
moet wegens ziekte en verdenking van pest in quarantaine. Op 18 december
mag hij Port Said verlaten. Zijn vriend Richard Plöhn, die aan de
Brightsche nierziekte lijdt, bevindt zich ondertussen zwaar ziek met
Klara en Emma in Arenzano (20 km westelijk van Genua). May verneemt hun
verblijfplaats en reist erheen.
In Duitsland heeft de pers intussen de aanval tegen May geopend:
vooral Dr. Fedor Mamroth (Frankfurter Zeitung) en Hermann Cardauns (Kölnische
Volkszeitung) hebben kritiek op de reclame die May voor zichzelf maakt
en de daarmee verbonden Old-Shatterhand-legende. De woordenwisseling die
in eerste instantie enigszins zakelijk is, word in de jaren daarna een
kwaadaardige openlijke pennenstrijd: een dodelijke klopjacht begint.
Uitgekomen boeken: Am Jenseits (Fehsenfeld), Der
schwarze Mustang (de zwarte mustang) (Union). |
Radebeul,
Kirchstraße 5
Villa "Shatterhand." |
1900 |
Tot
14 maart blijven Karl en Emma May met Richard en Klara Plöhn in Arenzano;
dan gaat de reis o.a. naar Pisa, Rome, Napels, Port Said, Caïro, Gizeh,
Jaffa, Jeruzalem, Hebron, Jericho, Tiberias, Nazareth, Haifa, Libanon,
Baalbek, Damascus en Cyprus. In Istanboel krijgt May een tweede
zenuwinzinking. Klara Plöhn is bang, "man müsse ihn einer Irrenanstalt
zuführen"! (we zouden hem in een psychiatrische inrichting moeten laten
opnemen) Na enkele dagen is zijn toestand weer normaal.
Het laatste deel van de reis gaat naar: Korinthe, Bologna, Athene,
Corfu, Venetië en Bolzano.
25 maart: de opvolger van Münchmeyer, Adalbert Fischer, let niet op
het auteursrecht van May; hij brengt Die Liebe des Ulanen
opnieuw uit. De vier andere Münchmeyer-romans volgen al snel, voor een
deel bewerkt door de schrijver Paul Staberow.
17 juni: in Beiroet neemt May weemoedig afscheid van zijn bediende
Sejd Hassan.
31 juli: aankomst in Radebeul, na 15 maanden afwezigheid. Karl May is
een ander mens geworden - de Old-Shatterhand-legende is dood. Slechts
liefde tot mensen en verzoening der volkeren zijn voortaan zijn grote
idealen; ook zijn privé-leven kent een keerpunt: Emma’s zinnelijkheid
boeit hem niet meer.
Alle boeken die ik tot nu toe geschreven heb zijn slechts een
inleiding, een voorbereiding. Wat ik eigenlijk wil, weet geen mens
behalve ikzelf...... Ik begin nu pas met m’n eigenlijke opgave...
[Brief van May aan zijn uitgever Fehsenfeld van 10 september]
Rond kerst verschijnt Mays gedichtenbundel Himmelsgedanken. |
Radebeul,
Kirchstraße 5
Villa "Shatterhand." |
1901 |
14
februari: Mays vriend Richard Plöhn overlijdt aan zijn nierziekte. Zijn
vrouw Klara is geschokt; zij is vanaf nu vaste gast in de Villa "Shatterhand."
Voor Joseph Kürschner schrijft May zijn pacifistische roman Et in
terra pax. Daarmee omzeilt hij de imperialistische tendens - het “
Hoera-patriottisme” - van het verzamelwerk "China", waar zijn tekst in
verschijnt.
Eind september reist May met Emma en Klara naar de Vierwaldstätter
See in Zwitserland. In de herfst stelt hij als antwoord op de openlijke
aanvallen van de pers de anonieme Brochure "Karl May als Erzieher"
(Karl May als opvoeder) und
"Die Wahrheit über Karl May" (de
waarheid over Karl May) op.
10 december: Adalbert Fischer wordt door May aangeklaagd wegens
het zonder toestemming afdrukken van zijn Münchmeyer-romans. |
Radebeul,
Kirchstraße 5
Villa "Shatterhand." |
1902 |
In
het begin van het jaar houdt de Keulse redacteur Hermann Cardauns
meerdere anti-May-voordrachten, waarin hij Mays Münchmeyer-romans als
"grenzeloos onzedelijk" bestempeld.
10 maart: Karl May klaagt, tegen de wil van zijn vrouw Emma, haar
hartsvriendin Pauline Münchmeyer aan. Op 16 maart stelt Mays advocaat
Rudolf Bernstein voor, de beklaagde Pauline Münchmeyer als volgt te
veroordelen:
n
Tot
het afleggen van verantwoording over het aantal exemplaren van Mays werk
die tot 16 maart 1899 door de Fa. Münchmeyer gedrukt en verspreid zijn
n
Tot
het afleggen van verantwoording over de behaalde nettowinst en
n
Tot
betaling van een gratificatie, indien meer als 20.000 exemplaren gedrukt
zouden zijn.
In
de zomer reizen Karl May, Emma en Klara via Berlijn, Hamburg, Leipzig en
München naar Bozen (Bolzano) en tenslotte naar Mendel. In hotel Penegal
eindigt op 21 augustus het huwelijk van Karl May met Emma's woorden: "Nimm
Du den Kerl, ich mag ihn nicht mehr!" (Neem jij die man maar, ik hoef
hem niet meer!) De eigenlijke redenen die tenslotte tot de scheiding
leidden, zijn tot nu toe nog niet tot volle tevredenheid onderzocht. We
mogen aannemen dat de relatie met Emma, doordat ze in de overgang was,
zich zeer moeilijk ontwikkelde; ook zijn tekenen van toenemende
geestelijke gestoordheid zichtbaar (ze stierf op 13 december 1917 in een
zenuwinrichting). Ze had de neiging tot woedeaanvallen, die zich tegen
Karl May richtten en het voortbestaan van het huwelijk onmogelijk
maakten. Ongetwijfeld heeft Klara Plöhn maar al te graag van de
gelegenheid gebruikt gemaakt. Uiteindelijk vonden zich in Karl en Klara
twee mensen, die beter bij elkaar pasten.
29 augustus: Emma May stemt toe in de scheiding en ondertekent de
akte.
10 september: May dient de eis tot echtscheiding in.
Boek uitgegeven bij Fehsenfeld: Im Reiche des silbernen Löwen III. |
Radebeul,
Kirchstraße 5
Villa "Shatterhand." |
1903 |
14
januari: Mays huwelijk wordt ontbonden.
4 maart: de echtscheiding wordt rechtsgeldig.
30 maart: burgerlijk huwelijk van Karl May en Klara Plöhn. De
volgende dag word het kerkelijk huwelijk gesloten in de Lutherkirche in
Radebeul.
25 mei: bij Adalbert Fischer verschijnen Mays Erzgebirgische
Dorfgeschichten.
3 november: Emma krijgt van May een jaargeld van 3000 mark; daarvoor
moet ze minstens 100 km van Dresden gaan wonen - ze verhuist naar Weimar.
Begin november lukt het de advocaat van Münchmeyer Dr. Gerlach, het
strafblad van May er bij te betrekken. De gevolgen zijn op 8 november
merkbaar: May is ernstig ziek door hoge koorts in combinatie met een
zwak hart.
Boek uitgegeven bij Fehsenfeld: Im Reiche des silbernen Löwen IV. |
Radebeul,
Kirchstraße 5
Villa "Shatterhand." |
1904 |
8
maart: Karl en Klara May bezoeken in Meißen de schilder Sascha Schneider.
Hij moet alle boeken die bij Fehsenfeld uitgegeven zijn van andere
omslagen voorzien. De platen moeten vooral de artistieke, pacifistische
waarde van zijn werk laten zien - een duidelijke afwending van de zgn. "Jugendschriftsteller"
(schrijver voor de jeugd).
Midden september verschijnt Et in terra pax als
Fehsenfeld-uitgave; de titel wordt uitgebreid met Und Friede auf
Erden!
26 september: Pauline Münchmeyer wordt veroordeeld tot het betalen
van de openstaande bedragen en het nakomen van haar
verantwoordelijkheden, zodra Karl May de eed voor de rechtbank afgelegd
heeft.
Kerstmis: Uit wraak omdat de gewetenloze persbandiet Rudolf Lebius
geen lening van May kreeg, liet hij in de etalages van de boekhandels in
Dresden grote plakkaten ophangen. Hierop stond met grote rode letters de
aankondiging "de vroegere veroordelingen van Karl May" te lezen.
|
Radebeul,
Kirchstraße 5
Villa "Shatterhand." |
1905 |
In
het voorjaar verschijnt als privédruk Mays processtuk Ein
Schundverlag. (Een minderwaardige uitgever). Daarin vertelt hij
over zijn tijd bij Heinrich Münchmeyer. In 1909 volgt nog de privédruk
Ein Schundverlag und seine Helfershelfer (Een minderwaardige
uitgever en zijn handlangers).
Op 3 oktober komt bij de arrondissementsrechtbank van Dresden de
aanklacht wegens smaad van May tegen Lebius voor. Doordat Mays advocaat
Klotz een vormfout maakt, wordt het strafblad van Karl May voorgelezen.
In dezelfde maand bezoekt May in Dresden een voordracht van de
draagster van de Nobelprijs voor de vrede Bertha von Suttner; tussen hun
beiden ontwikkelt zich een vriendschap. |
Radebeul,
Kirchstraße 5
Villa "Shatterhand." |
1906 |
5
februari: in tweede instantie wint Karl May het Münchmeyer-proces.
30 juni: Rudolf Lebius insinueert dat May een erfelijke misdadige
inslag heeft.
1 september: Mays drama Babel und Bibel. Arabische Fantasia in
zwei Akten verschijnt bij Fehsenfeld in een oplage van 1200
exemplaren. |
Radebeul,
Kirchstraße 5
Villa "Shatterhand." |
1907 |
9
januari: in derde instantie wint May voor de Rijksrechtbank in Leipzig
het Münchmeyer-proces. De hoogte van de schadevergoeding moet nog
vastgesteld worden. Mays advocaat Rudolf Netcke berekent dat de
ongeoorloofde winst van alleen het Waldröschen al op 250.000 mark
komt! Op 11 februari legt May de volgende eed af:
Ik zweer bij God de Almachtige en Alwetende
1.Ik heb met de overleden Heinrich Gotthold Münchmeyer in 1882, nadat ik
hem de dag ervoor in een café had ontmoet en beloofd had een roman voor
hem te schrijven, nl. WALDRÖSCHEN, het volgende afgesproken::
De roman zou onder een pseudoniem verschijnen en er zouden niet meer als
20.000 exemplaren gedrukt en verspreid worden.Ik zou 35 mark voor elk
nummer ontvangen en tevens, zodra de toegestane hoeveelheid exemplaren
verkocht is, nog een bonus.
Voor het overige zou ik vrije beschikking over de roman krijgen, zodat
ik op elk moment deze kon laten opnemen in mijn verzamelde werk.
2. Deze afspraken hebben later ook gegolden voor de romans DEUTSCHE
HERZEN UND HELDEN, DER VERLORENE SOHN en DER WEG ZUM GLÜCK, met dien
verstande dat de vergoeding voor elke aflevering van de betreffende
roman niet 35 mark, maar 50 mark zou bedragen.
3. Voor wat betreft de roman DIE LIEBE DES ULANEN heb ik in 1883 met
Münchmeyer afgesproken, dat ik hem toe zou staan deze slechts voor een
eenmalige druk in de jaargang 1884 van de »Deutschen Wanderer« te
gebruiken.
4. Evenzo heb ik Münchmeyer in 1875 en 1884 de zes vertellingen AUS DER
MAPPE EINES VIELGEREISTEN (INN-NU-WOH und OLD FIREHAND), EIN STÜCKLEIN
VOM ALTEN DESSAUER, DIE FASTNACHTSNARREN, UNTER WERBERN, DER GITANO en
DIE POLIN
[WANDA] slechts voor een
eenmalige druk in één van de jaargangen van zijn tijdschriften gegeven.
5.Ik heb echter met betrekking tot mijn onder 1 t/m 4 genoemde werken
niet met Münchmeyer afgesproken, dat hij van deze werken tegen een
eenmalige contante betaling het onbeperkte kopijrecht zou krijgen.
Zo waarlijk helpe mij God.
7
april: de opvolger van Münchmeyer Adalbert Fischer sterft. Op 15 april
1907 klaagt de advocaat van Münchmeyer Dr. Gerlach May en zijn
medestrijders aan wegens meineed. De beschuldiging blijkt ongegrond te
zijn.
8 oktober: De erfgenamen van de uitgever Fischer verklaren in een
kort geding, "dat de bij de uitgeverij H. G. Münchmeyer verschenenen
romans van de schrijver Karl May in de loop der tijd door toevoegingen
en veranderingen van derden dermate veranderd zijn, dat ze in de huidige
vorm niet meer als werk van Herrn Karl May kunnen gelden." De
beroemd-beruchte vijf Münchmeyer-romans worden van de naam van Karl May
ontdaan en mogen voortaan alleen anoniem gedrukt worden.
De opvolger van Münchmeyer... heeft dusdanige veranderingen laten
doorvoeren, dat tussen de oude en de nieuwe uitgave een verschil van
honderden pagina’s bestaat. Dat is toch werkelijk verschrikkelijk!!
Als iemand het zou wagen een schilderij van een schilder uit te snijden
en over te schilderen of een beeld van een beeldhouwer met de beitel te
bewerken en uit te hakken en ze als de originele werkstukken van de
maker te verkopen, dan zou de gezamenlijke pers achter de benadeelde
staan en de vervalser dusdanig brandmerken, dat hij zich nergens meer
kon laten zien.
[Karl May: Ein Schundverlag, blz. 852]
13
september: May ontmoet de redacteur van de “Deutschen Hausschatz”, Otto
Denk. Na een pauze van negen jaar is May bereid, weer voor de "Deutschen
Hausschatz" te schrijven. Tegelijk begint hij met Der Mir von
Dschinnistan. Met dit werk lukt het hem zich een plaats te
verschaffen in de literatuur. Bij de lezers van de "Hausschatz", die
spannende reisverhalen in zijn beproefde stijl verwachten, vindt deze
roman weinig weerklank.
Aan het eind van dit jaar schrijft May Frau Pollmer, eine
psychologische Studie, waarin hij zich vergeefs van zijn eerste
vrouw los probeert te schrijven. Deze tekst wordt niet gedrukt. Vanaf
oktober verschijnt in het Regensburger tijdschrift "Efeuranken" het
reisverhaal Schamah. |
Radebeul,
Kirchstraße 5
Villa "Shatterhand." |
1908 |
8
maart: in een testament beschikt May dat er een liefdadigheids stichting
opgericht moet worden.
23 maart tot 23 april: In het "Grazer Volksblatt" verschijnt
Abdahn Effendi.
De antropoloog en seksuoloog F. S. Krauss bezoekt May en noemt hem
"een zegen voor de mensheid".
In dit jaar ondernemen Karl en Klara May de eerste en enige reis naar
Amerika. De verblijfplaatsen: Bremen (5 september), New York (16
september), Albany (22/23 september), Buffalo (eind september),
Niagara-Falls (begin oktober), Lawrence/Massachusetts bij schoolvriend
Pfefferkorn (oktober), Boston en New York (november). Op 4 december zijn
de Mays weer in Radebeul. |
Radebeul,
Kirchstraße 5
Villa "Shatterhand." |
1909 |
31 juli: Mays Merhameh verschijnt im "Eichsfelder
Marienkalender 1910"
September: Dr. Adolf Droop publiceert de studie: "Karl May. Eine
Analyse seiner Reise-Erzählungen. (Karl May. Een analyse van zijn
reisverhalen)
22 november: Rudolf Lebius schrijft aan zangeres en vriendin van
Emma, Selma vom Scheidt, dat hij Karl May "für einen geborenen
Verbrecher hält" (“een geboren misdadiger vindt”).
17 december: vanwege deze brief dient Karl May tegen Lebius een
aanklacht wegens smaad in bij de lekenrechtbank in Berlin-Charlottenburg.
8 december: May houdt in Augsburg de voordracht Sitara, das Land
der Menscheitsseele.(Sitara, het land van de mensheidsziel)
Boeken uitgegeven bij Fehsenfeld:
Ardistan und Dschinnistan I und II. |
Radebeul,
Kirchstraße 5
Villa "Shatterhand." |
1910 |
10
januari: Karl May dagvaardt Rudolf Lebius vanwege ernstige
kwaadsprekerij in zijn artikel "Hinter den Kulissen" in het weekblad
"Der Bund" van 19 december 1909. Lebius had beweerd dat May jarenlang
als roverhoofdman door de bossen gezworven had. Dagelijks zou hij hebben
ingebroken , marktvrouwen hebben overvallen, zijn negen jaar oude
nichtje seksueel hebben misbruikt en de grootvader van zijn eerste
vrouw Emma hebben gewurgd.
Tot een openbare rechtszitting zou het niet meer komen. May was door
de vele lastercampagnes ernstig ziek geworden. Later zouden deze ziektes
tot de dood van de schrijver voeren. Volgens experts op rechtsgebied zou
Lebius in de openbare rechtszitting tot een gevangenisstraf veroordeeld
zijn.
Op 12 april word Lebius in het beledigingsproces (eis van 17 december
1909 vanwege de brief aan Selma vom Scheidt) aanvankelijk vrijgesproken;
May gaat in hoger beroep.
12 mei: Ik heb nooit ontkend dat ik 50 jaar geleden met justitie
in aanraking ben geweest. Wat ik gedaan heb, zou tegenwoordig door een
arts worden behandeld, niet door de rechter. Mijn tegenstanders rakelen
het op en voegen er geraffineerd leugens aan toe. Er zijn vijf
dagvaardingen in gang gezet, die de waarheid zullen onthullen. [May
in een brief aan Peter Rosegger]
Boeken uitgegeven bij Fehsenfeld: Winnetou IV
(het testament van Winnetou), Mein Leben und Streben.
Bijna gelijktijdig met Mays autobiografie publiceert Rudolf Lebius "Die
Zeugen Karl und Klara May, - een pamflet van het verwerpelijkste soort!
Al snel worden mede door tegenstrijdige verklaringen zowel Mays
autobiografie als het Lebius-pamflet verboden. |
Radebeul,
Kirchstraße 5
Villa "Shatterhand." |
1911 |
8
mei: Omdat ik weer zwaar ziek ben geworden, schrijf ik u maar
zeer kort. Ik heb mijn krachten overschat, longontsteking en psychische
opwinding bij de getuigenverklaringen hebben mij helemaal kapot
gemaakt..... Ik moet geneeskrachtige baden nemen; ik vertrek donderdag
al. [Karl May aan de advocaat Haubold]
11 mei: Vertrek naar Joachimsthal. De arts Dr. Gottlieb schrijft
geneeskrachtige baden voor.
Om te herstellen brengen Karl en Klara May van half juni tot einde
juli een vakantie door in Südtirol. Op de Mendel verslechtert opnieuw
zijn gezondheidstoestand.
18 december: In hoger beroep (eis van 17 december 1909) wordt Rudolf
Lebius wegens belediging tot een boete van 100 Mark veroordeeld. |
Radebeul,
Kirchstraße 5
Villa "Shatterhand." |
1912 |
25
februari: May viert zijn zeventigste verjaardag..
Begin maart is Karl May voor de laatste keer in Hohenstein-Ernstthal.
Daar bezoekt hij zijn zuster Wilhelmine Schöne; haar kleindochter Ilse
krijgt van hem een zak met snoep omdat ze voor het eerst naar school
gaat.
22 maart: Karl May houdt in
Wenen op uitnodiging van het "Akademischen
Verbandes für Literatur und Musik" voor meer dan 2000 toehoorders zijn
grote vredestoespraak Empor ins Reich der Edelmenschen. Onder
de aanwezigen bevindt zich Bertha von Suttner.
30 maart: Karl May sterft rond 20.00 uur in zijn Villa "Shatterhand."
Zijn ademhaling is gestopt, vermoedelijk door longkanker. Een groot
hart heeft opgehouden te kloppen. Mays begrafenis volgt op 3 april op
het kerkhof van Radebeul. |
Radebeul,
Kirchstraße 5
Villa "Shatterhand." |